Het bevorderen van gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen; het versterken van de positie van vrouwen

Gelijkheid in het onderwijs Mannen en vrouwen hebben officieel dezelfde rechten; dit is vastgelegd in internationale mensenrechtenverdragen. In de praktijk blijkt echter dat vrouwen vaak achtergesteld worden. In veel ontwikkelingslanden gaan er minder meisjes naar school dan jongens. Zij worden vaak niet naar school gestuurd, omdat de ouders dit niet nuttig vinden. Ze gaan er vanuit dat ze later toch zullen trouwen en kinderen krijgen. Een andere reden is dat meisjes beter thuis mee kunnen helpen in het huishouden. De doelstelling is dat in 2015 er net zoveel meisjes als jongens het primair en secundair onderwijs volgen.
Traditioneel werken veel vrouwen in ontwikkelingslanden in de landbouwsector en zijn zij juist ondervertegenwoordigd in andere sectoren. Het maakt de positie van vrouwen kwetsbaar. Veel van het werk in de landbouwsector is onbetaald en de vrouwen missen de zekerheid en sociale bescherming van loonarbeid. Ook in het parlement zijn erg weinig vrouwen werkzaam.

Huidige stand van zaken:

Meer meisjes naar school
Het percentage meisjes dat naar de basisschool gaat ten opzichte van het percentage jongens is toegenomen van 87 procent in 1991 tot 95 procent in 2007. Vooral in Zuid-Azië is veel vooruitgang geboekt. De doelstelling van 100 procent lijkt in veel regio’s gehaald te worden. In Sub-Sahara Afrika en West-Azie (beiden 90 procent) is de achterstand van meisjes nog het grootst.

Meer vrouwen in het parlement
Wereldwijd is de politieke macht van vrouwen tussen 1990 en 2008 toegenomen. Toch spelen mannen nog steeds een dominante rol. Het aandeel vrouwen in het parlement steeg in ontwikkelingslanden van 10,4 procent in 1990 tot 16,5 procent in 2008. In de ontwikkelde landen steeg dat percentage van 16,3 naar 22,6.

Arbeidsmarkt
Tussen 1990 en 2007 steeg het aandeel vrouwen dat buiten de landbouwsector werkt licht in alle ontwikkelingsregio’s behalve in Noord-Afrika, waar het percentage bleef steken op 20 procent. In Zuid-Azie is het percentage vrouwen buiten de landbouwsector nu 19 procent, in Sub-Sahara Afrika 29 procent en in Latijns-Amerika 43 procent.